Betrouwbaarheid, slagingskans en risico's

De betrouwbaarheid van een diagnose na een preïmplantatie genetische test (PGT) bedraagt 95 tot 98 procent. Anders gezegd: het risico dat na een PGT-behandeling toch een kind wordt geboren met de aandoening waarvoor embryoselectie werd gevraagd, is klein en bedraagt 2 tot 5 procent. 
Slagingskans

Gemiddeld lukt het bij 40 tot 50 procent van de paren om binnen 3 PGT-behandelingen een doorgaande zwangerschap te bereiken. In Nederland zijn 3 PGT-behandelingen toegestaan, mits er geen bijzonderheden zijn.

Risico's voor de vrouw

Het risico van een preïmplantatie genetische test (PGT) voor de vrouw is het risico van de ivf-behandeling. Het risico op complicaties bij ivf bedraagt enkele procenten. Een van de meest voorkomende complicaties (in 1 tot 2 procent van alle gevallen) is overstimulatie. Dat wil zeggen dat teveel eiblaasjes in de eierstokken tot rijping komen. De vrouw kan dan buikpijn krijgen en vocht vasthouden. In een aantal gevallen zal de behandeling gestopt moeten worden en soms is een ziekenhuisopname nodig. Andere mogelijke complicaties zijn bijvoorbeeld een bloeding of een infectie. 

Risico voor het kind

Door het weghalen van één of enkele cellen (biopsie) bij een 3 tot 5 dagen oud embryo worden de ontwikkelingskansen van het embryo voor zover bekend niet geschaad. Ook is geen verhoogd percentage kinderen met aangeboren afwijkingen na PGT gerapporteerd in internationaal wetenschappelijke literatuur.

zwangere buik met genetische code
Sluit de enquête